
HANNAH RECENSEERT: UIT DE RIJ
Uit de rij: de titel verklapt al een deel van het verhaal. Toch blijf je je als lezer afvragen hoe het verhaal zal gaan lopen. Daniël is een Joodse jongen van ongeveer zes jaar als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Daniël en zijn ouders merken al snel de veranderingen die plaatsvinden in Amsterdam wanneer Nederland bezet wordt. Dat begint met Daniël die niet meer naar school mag, maar gaat steeds verder met de verboden voor Joden-bordjes en Jodensterren. Uiteindelijk moeten Daniël en zijn ouders onderduiken. Wanneer de familie door de Duitsers wordt gevonden, begint het verblijf in de Hollandse Schouwburg. Hier werden alle Joden verzameld. Daniël wordt naar de crèche gestuurd, waar hij wandelingen buiten de Schouwburg mag maken en af en toe zijn moeder ziet. Dit verandert wanneer Daniël tijdens een wandeling uit de rij met kinderen wordt gehaald. Een zwerftocht langs verschillende adressen begint…
Dit verhaal is duidelijk voor kinderen geschreven. Uit de rij vertelt de oorlog vanuit het oogpunt van een jong kind, zoals ook M. Kanis heeft gedaan met zijn Maarten Gunninkserie. Toch laat Uit de rij weer een heel ander deel van de Tweede Wereldoorlog zien: de oorlog gezien door de ogen van een Joodse jongen. Met inlevingsvermogen beschrijft Henriette van ’t Wout het onbegrip dat in Daniël, de hoofdpersoon, leeft: mama, ga ik straks weer naar dezelfde school als Appie? (…)’ ‘Dat zal niet gaan, mijn jongen. Joodse jongens mogen daar niet meer heen.’ Daniël stampvoet. ‘Waarom?!’ roept hij driftig.
Mooi is ook de manier waarop de moeder van Appie, een vriendje van Daniël, het geloof weet over te brengen aan de joodse Daniël: niet door theologische uiteenzettingen, maar door Daniëls nieuwsgierigheid te wekken: ‘In dit boek staat een heel mooi verhaal. Van een jongen met dezelfde naam als jij, Daniël. God hield van hem en Daniël wilde niets liever dan Hem dienen. Zal ik dat eens voorlezen?’
Volgens het show, don’t tell-principe vertel je niet dat de hoofdpersoon bijvoorbeeld bang is, maar beschrijf je hoe en waarom de hoofdpersoon bang is. Van ’t Wout schrijft echter vaak bladzijden zonder veel dialoog, waardoor het verhaal soms wat levendigheid mist: Hij wordt ruw opgeschrikt door luide mannenstemmen. De fiets lijkt vaart te minderen en begint steeds harder te schommelen. Daniël knijpt zijn ogen dicht. Hij hoort zijn begeleider luidruchtig praten met anderen. Ze lachen ruig en de bak gaat soms wat heen en weer. Zou niemand hem zien? Hij blijft stokstijf liggen. Dan hoort hij hen groeten. De bak komt weer in beweging. Daniël durft eindelijk zijn ogen weer te openen, maar kan niets zien. Alleen dat kleine streepje licht, dat tussen de kleden doorschijnt. In deze regels had de schrijfster drie keer de mogelijkheid gehad een dialoog te beginnen, waardoor de beschrijving zou zijn onderbroken.
Van ’t Wout beschrijft het verhaal van Daniël Franschman vanuit het oogpunt van de jongen zelf; een jongen van zes jaar. Misschien daardoor doet het algemene taalgebruik wat kinderlijk aan: Daniël schrikt ineens wakker. Hij hoort luide voetstappen in de straat. Niet zomaar enkele, maar een heleboel. Het klinkt als die grote, glimmende, zwarte laarzen van soldatenmannen. Van ’t Wout geeft zelf aan dat haar boek voor kinderen vanaf tien jaar is, maar door deze manier van schrijven worden eerder jongere kinderen aangesproken. Voor hen kan door dit boek overigens wel de geschiedenis van een Joods kind tijdens de Tweede wereldoorlog verteld worden.
Dat dit verhaal waargebeurd is geeft een meerwaarde aan Uit de rij. Het vertelt namelijk de geschiedenis van de schoonvader van de schrijfster, waardoor we een stukje ‘echte’ geschiedenis kunnen inzien wanneer dit boek wordt gelezen.
Recensie Uit de rij (uitgeverij Scholten) door Henriette van ‘t Wout – Hannah Kesselaar. Meer informatie over het boek? Klik dan hier.

