
AANGESPOELD GELUK
“Heel de wereld moet het weten,
dat God niet veranderd is.
En zijn liefde als een lichtstraal,
doordringt in de duisternis.
’t Werk van God is niet te keren,
omdat Hij erover waakt,
en de Geest doorbreekt de grenzen,
die door mensen zijn gemaakt.”
De vraag die mij het meest blij blijft tijdens het lezen van het boek… is de vraag die één van de hoofpersonen, Jos krijgt: “Kan ik mezelf een goede christen noemen?” Hier in het Westen hebben wij het zo goed. Soms hoor je de uitdrukking comfortchristenen. Als ik deze uitdrukking leg naast de vraag die Jos zichzelf stelt stemt dit mij tot nadenken. “Kan ik mezelf een goede christen noemen?”
Het verhaal gaat over Lenne Haksteeg, een 23-jarige verpleegkundige die haar hart verloren aan de vluchtelingen op Lesbos. Tijdens haar missie in kamp Moria komt er een bootje aan met daarop tachtig mensen. Tussen deze mensen bevindt zich een vrouw die op punt van bevallen staat. Lenne staat deze jonge vrouw bij tijdens de bevalling. Bij deze jonge moeder staat een man, Yassin. Tijdens de bevalling staat hij zijn vrouw bij en spreekt haar telkens opnieuw de moed in om voor haar kindje te vechten. Dan wordt het kindje geboren, een jongetje. Tranen van geluk stromen over het gezicht van de man. Lenne overziet het tafereel en schiet vol, voor haar de rubberboot die zo even is aangespoeld, naast haar een man die zijn tranen van geluk huilt. Dat iemand in zijn situatie, op deze plaats zijn tranen van geluk kan laten stromen, dat gaat dwars door haar heen. Dit is het moment dat Lenne haar hart breekt, ze verliest het ook. Aan Lesbos, aan het werk op het strand, en aan hen, die alles wat hen tot nu toe door mensen is aangedaan hebben overleeft.
Als Lenne terugkeert om voor langere tijd op Lesbos te helpen maakt ze zich zorgen. De winter komt eraan. De voorraden medicijnen en andere basisbehoeften raken op. Er moet iets gebeuren voordat de winter invalt, anders zullen veel mensen het niet overleven. Lenne besluit om een noodkreet naar Nederland te sturen. Ze stuurt haar thuisfront een brief waarin ze vraagt om hulp. De hulp die op gang komt is overweldigend.
De vraag die mij het meest blij blijft tijdens het lezen van het boek… is de vraag die één van de hoofpersonen, Jos krijgt: “Kan ik mezelf een goede christen noemen?”
Jos, de man van Charlotte en de oom van Lenne leidt naast zijn werk als vrachtwagenchauffeur de evangelisatiepost in zijn woonplaats. Vaak moet hij daar de maaltijd afsluiten met gebed. De laatste tijd merkt hij dat er diep in hem iets knaagt. Het liefst zou hij willen stoppen met dit werk. Toch kan hij dit niet. Als hij naar zijn vrouw kijkt, met hoeveel passie zij zich beweegt tussen de gesluierde vrouwen op de post kan hij het niet over zijn hart verkrijgen om het knagende gevoel tegen Charlotte te verwoorden, het zou haar immers pijn doen. En dan is er nog iets. Sinds korte tijd krijgt hij verwarrende briefjes. Ze duiken ineens op. In deze briefjes richt een medechristen zich tot hem. Medechristen uit zijn zorgen over het ‘zelfgemaakte Evangelie’ wat Jos verspreid als hij de maaltijd afsluit. Deze briefjes zetten Jos aan het nadenken. Kan hij zichzelf een goede christen noemen? Dan komt zijn vrouw Charlotte met een voorstel. Ze wil zelf mee naar Lesbos, om met eigen ogen de situatie te zien en te kunnen helpen daar waar het nodig is.
Tijdens haar werk in de kliniek komt Lenne steeds weer in aanraking met Yassin. Ze merkt iets op wat er niet mag zijn: liefde. Liefde voor Yassin en liefde voor Shadi. Steeds weer probeert Lenne zich te storten op haar werk en er geen aandacht aan te besteden maar het lijkt wel of dit steeds mislukt. Daarbij geniet Lenne van de kleine Shadi. Gelukkig komen haar oom en tante naar Lesbos om te helpen in het vele werk. Lenne merkt op dat haar ome Jos veranderd is. Er is iets met hem maar wat? Het blijft gissen totdat er op een dag een raar vooral plaatsvindt.
Als de tijd op Lesbos erop zit kan Lenne moeilijk afscheid nemen. Ze merkt dat ze van Yassin is gaan houden. Ook geniet ze steeds meer van de kleine Shadi, waar alles mee begon. Als afscheid neemt ze Yassin en Shadi mee naar de zwemvestenbegraafplaats. Daar lijkt het of Yassin steeds afstandelijker wordt terwijl haar ‘verboden’ liefde voor hem steeds groter wordt.
Als Lenne in Nederland is knaagt het diep vanbinnen in haar. Ze mist haar werk in de kliniek, de liefde van haar collega’s tijdens het zware werk in kamp Moria en Shadi, en Yassin. Shadi mist op zijn beurt Lenne. Op een pijnlijke manier herinnert hij Yassin steeds weer aan Lenne, en aan de onmogelijke liefde die tussen hen is ontstaan. Zal hij Lenne ooit weerzien?
Meer informatie over het boek kun je vinden op: https://www.debanier.nl/aangespoeld-geluk


