Schrijfsels

GETUIGEN VAN HOOP

“Ik kan niet anders dan je schrijven over de hoop die in mij is”, schrijft Rieki Vermeer-Leeuwestein in het voorwoord van haar boek Thuiskomen. Haar eerste boek begint op een prachtige voorjaarsdag in hartje Rotterdam. Kijkend naar de mensen die langs haar heen razen, wordt de schrijfster diep geraakt door het besef van de verantwoordelijkheid die ze heeft om de boodschap van het evangelie met hen te delen, omdat zij zonder het kennen van Jezus verloren zullen gaan. “Hoe had ik al die jaren zo zorgeloos en alleen voor mezelf en mijn gezin geleefd?”

“Huisje, boompje, beestje en op zondag naar de kerk”

Rieki Vermeer is geboren en getogen in een christelijk gezin. Inmiddels is ze moeder van vier bijna volwassen kinderen. Ze beschrijft hoe ze al jong leerde dat ze wel in deze wereld leeft, maar niet van deze wereld hoort te zijn. Hierop terugkijkend stelt ze zichzelf de vraag hoe ze daaraan vorm heeft gegeven. “Ik leefde toch eigenlijk ook gewoon voor mezelf. Ik werkte aan een bestaan waarin ik mijn eigen wereld creëerde: huisje, boompje, beestje en op zondag naar de kerk.” Rieki Vermeer confronteert de lezer zo met een groot gevaar in het leven als christen: dat we ten diepste gericht zijn op onszelf en vergeten dat ons opgedragen is om de boodschap van Christus met anderen te delen. Deze realisatie vormde voor haar de drijfveer om dit boek te schrijven. Ze richt zich daarin allereerst tot mensen “die geen persoonlijke relatie met God hebben”, maar juist ook tot kerkgangers. 

God aan het werk in Rotterdam

De schrijfster werkt als re-integratiecoach in en rond Rotterdam en ontmoet zo allerlei mensen die om uiteenlopende redenen zijn vastgelopen in het leven. Ze beschrijft in haar boek uiteenlopende verhalen van beschadigde mensen met wie zij door de jaren heen een tijdje is opgetrokken. Allemaal hadden ze hun eigen worstelingen, en allemaal zijn ze op de een of andere manier in aanraking gekomen met het Evangelie. In het boek wordt verteld over het werk van God in hun levens. Zo is er het verhaal van Harold, een dakloze man met onbehandelde PTSS die door eigenlijk alle mogelijke instanties was opgegeven als “hopeloos geval”. Al zo vaak teleurgesteld, dat hij niets meer verwachtte. “Hoe moest ik beginnen?”, schrijft Vermeer. “Er restte me niets anders dan hem in de eerste plaats dagelijks bij God te brengen.” En wat niemand voor mogelijk had gehouden, gebeurde: het traject leidde tot een huis voor Harold. 

Eerlijk over moeilijke vragen

De hoofdstukken over verschillende cliënten van Vermeer worden afgewisseld met hoofdstukken waarin ze het Evangelie op een eenvoudige maar diepe manier uitlegt aan de hand van Bijbelteksten en -verhalen, beginnend bij Adam en Eva. Dat maakt het een boeiend boek. Het mooie aan Thuiskomen vind ik de rauwe eerlijkheid van de verhalen die voorbijkomen. God is aan het werk in de levens van mensen, maar dat betekent niet dat zij van de een op andere dag van al hun ellende en strijd hier op aarde verlost zijn. Zo is er Priscilla, die uit de prostitutie wil stappen maar blijft worstelen met de macht van het kwaad en uiteindelijk in een buitenlandse gevangenis belandt. Of Mark, die zich als homo door de kerk in de steek gelaten voelt en aan Vermeer de vraag stelt waarom hij daar nooit de liefde van Christus ervaren heeft. De schrijfster gaat de moeilijke vragen die door deze situaties bij haar opkomen niet uit de weg. Ze heeft er ook niet altijd een sluitend antwoord op, maar komt wel steeds weer uit bij God die Zijn Zoon gaf om de wereld te redden van alle zonde en verlorenheid. 

Boek vol hoop

Dat maakt Thuiskomen een boek vol van hoop. Het doet je beseffen dat God ook vandaag nog werkt om Zijn Koninkrijk uit te breiden en dat Hij daarvoor nog altijd wonderen doet. Maar het boek doet ook een dringend appel op de christelijke lezer(es): “Wees een lichtend licht zodat velen in jouw directe omgeving de hoopvolle boodschap van licht en vrijspraak mogen horen. Ja, we zijn onbekwaam uit onszelf, maar onze bekwaamheid is uit God.” Van dat laatste is dit boek een getuigenis.

Meer informatie over het boek vind je op de website van uitgeverij Gideon.

Tekst met dank aan Elja Verbaan- de Jong

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *