
OM JEZUS’ WIL
Mattheüs 21:18-22
Dit korte gedeelte is zo mooi! Vandaar dat ik ga proberen iets erover uit te leggen. Dit doe ik zo veel mogelijk vers voor vers. Ik hoop dat ik op deze manier iets voor jou kan betekenen!
Laten we bij het begin beginnen, vers 18: ‘s Morgens vroeg, toen Hij terugkeerde naar de stad, kreeg Hij honger. Jezus heeft honger. Aan alles kun je zien dat Hij een gewoon mens is. Als je leefde in Zijn tijd, zou je niets bijzonders zijn opgevallen. Aan Hemzelf was niets te zien. Hij had net als wij eten, drinken en slaap nodig. Net als wij had Hij honger. Hij weet wat het is om mensen te moeten verliezen. Hij weet wat het is als je niet geaccepteerd wordt door je omgeving. Hij weet wat het is om alleen te zijn. Hij begrijpt ons volkomen. Hij heeft ook alle gevolgen van de zonde meegemaakt.
In vers 19 – En toen Hij een vijgenboom langs de weg zag, ging Hij ernaartoe en vond er niets aan dan alleen bladeren. Hij zei tegen hem: Laat er aan u geen vrucht meer groeien in eeuwigheid! En de vijgenboom verdorde onmiddellijk. – ligt een waarschuwing voor ons allemaal. Door goede werken komen we er niet. Maar zonder goede werken helemaal niet! Met goede werken of vruchten bedoelt Jezus hier alles wat het geloof met zich meebrengt. Dingen als: bewogenheid, lijdzaamheid, volharding, geduld, etc. Samengevat: liefde. Als jij Gods liefde ontvangen hebt, heb je meer dan genoeg om uit te delen.
Jezus belicht de zaak hier wel van de andere kant: heb jij die vruchten niet, wordt je boom omgehakt, vervloekt zelfs! Dat is niet niks. Het is dan ook goed om bij jezelf na te gaan of jij valt onder de mensen die vruchten hebben.
Vers 20 is heel herkenbaar: Toen de discipelen dat zagen, verwonderden zij zich en zeiden: Hoe is de vijgenboom zo ineens verdord? Ik denk dat we op dezelfde manier gereageerd zouden hebben. Vragen hoe het kan, verwonderd.
Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u: Als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren.
Jezus’ antwoord is enigszins beschuldigend: ‘áls u geloof had en niet twijfelde’. Toch kun je hier heel veel hoop uit halen. Met het geloof in onze God kunnen we bergen verzetten. Dingen die onmogelijk lijken, zijn mogelijk. Als je tegen iets opziet, probeer je dan hieraan vast te houden. Geloven is niet makkelijk. Zelfs de discipelen vonden het soms moeilijk – ze waren eigenlijk heel gewone mensen. Maar geloven loont. Niet alleen hier op aarde, maar ook daarna. Dan mogen we Hem ontmoeten. Wat zal dat groot zijn! Écht ontmoeten. Hem zelfs zíen, omhelzen. En Hem dan voor eeuwig groot mogen maken.
Vers 22 is ook al zo’n bemoedigend vers: En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen. Er staat: alles. ALLES. Wat dan ook. Als je het in geloof vraagt, zúl je het ontvangen. Ik vind dat altijd zo mooi. Je moet er eens op letten, hoe vaak God in Zijn Woord het werkwoord ‘zullen’ gebruikt. Er ligt zo’n onveranderbare zekerheid in. Een zekerheid die we nodig hebben. In tijden van vreugde, maar ook van verdriet. Hij vergeet ons niet en geeft ons de dingen waar we om vragen. In geloof. Om Jezus’ wil.
Beeld Pexels // Tekst Ruth

