Uncategorized

RECYCLING GRACE

,, De delicatessen voor de eregast: kippenhart of schapenogen. Samen met anderen met de handen in dezelfde schaal. In Ethiopië moest ik als gast mijn mond als een vogeltje openen en stopten ze er met de hand de Injera en groene eieren in.”

DIT WAS EEN OVERVAL

Eerlijk gezegd word ik niet snel warm van autobiografieën. Waarom zou je immers een boek schrijven over je eigen leven? Om op een rijtje te zetten wat je allemaal gedaan hebt als een soort uitgebreide Curriculum Vitae? Nee, geef mij maar psychologisch voer of een boek met een Bijbels thema. Of een boek over de liefde en relaties waar ik van kan smullen.

Toch bleek deze autobiografie van Otto de Bruijne het allemaal te hebben. Zijn zelfbeschouwende pen bracht me in zijn persoonlijke reis van zondagskind tot een charismatische leider met een burn-out. In dit alles was God de rode draad in zijn leven. Ook de liefde bleef niet uit. ,, Haar lippen voelde ik nog op mijn wang terwijl ik naar huis rende. Dit was een overval!” Mooier kan je een hoofdstuk wat mij betreft niet beginnen.

MENING IN DE BERM

Toen ik dit boek begon te lezen, nam ik me voor om mijn mening in de berm te parkeren. Juist de verschillende levensvisies van anderen kunnen me fascineren. Beweegredenen tot een volwassendoop bijvoorbeeld. Of het filosofische gemijmer van Otto: ,,Een grotere vraag diende zich aan: Waarom ben ik geen koe? Dan at ik gras en werd ik gegeten en had het niet geweten.” Even vroeg ik me af wat voor boek ik eigenlijk in handen had, maar optimistisch las ik door. Op sommige vlakken kon ik mijn mening niet in de berm laten staan. Zo laat Otto in het midden of Jona nou drie dagen in de walvis zat en dat de koperen slang van Mozes echt koper was. Op dit vlak filosofeerde hij naar mijn mening de verkeerde kant op. In het boek komen ook geregeld visioenen voorbij of woorden van God die Otto soms letterlijk lijkt te horen. Hij geeft hierbij aan dat het geregeld om zijn eigen fantasie gaat. Het onderscheid tussen daden van God en eigen hersenspinsels zijn niet altijd even makkelijk te onderscheiden.

VIJF LESSEN VAN OTTO

Genoeg over ditjes en datjes. Welke lessen kon ik uit dit boek halen die het delen waard zijn?

  1. Het is allemaal van Hem. ,, Onze kinderen waren niet ons eigendom. Wij mochten kinderen opvoeden om ze weer los te laten.” Wat een rijkdom als je zo naar alles wat je toe lijkt te behoren kijkt! Je talenten, de dierbare mensen waar je zorg voor mag dragen; het is allemaal Zijn eigendom.
  2. Recycling Grace. Toen Otto bij Tear Fund ging werken, had hij een nieuwe auto nodig. ,,Een zondag of twee later zat ik in onze huisgemeente achter een jonge man die ik geholpen had toen hij zich afvroeg of hij het boerenbedrijf van zijn vader over moest nemen of de zending in moest gaan. Toen de collectezak voorbijkwam dacht ik nog: Wat heeft zo’n jonge knul te makken? Na de dienst (..) nam hij me apart en zei: ‘Je gaat voor TF werken en je moet het land rond. Je hebt een goede auto nodig. Koop er een en bedank me niet, want het is maar een procentje van de oogst dit jaar en ik heb besloten het bedrijf van mijn vader over te nemen en van de winst de zending te ondersteunen. ” Toen Otto met zijn nieuwe auto door het land reed. dankte hij God voor de oogst. ,,Ik ga nu naar Groningen om mensen te vertellen over een project in India. Met de collecte wordt een jongen geholpen aan onderwijs. Hij wordt arts en geneest mensen. Mensen die weer kunnen zaaien en oogsten. U geeft daar ook weer zon en regen, enzovoorts. Recycling Grace!’
  3. De armenspiegel is een medicijn tegen onze welvaartsziekten. Door zijn tijd in het buitenland heeft Otto de winst van de armenspiegel kunnen zien. Hij zag Jezus door de gezichten van de armen, ging bewuster om met zijn leven en hij ging de Bijbel beter begrijpen. Het was last but not least ook een wereld vol humor. ,,Er werd gelachen onder mensen die niets te verliezen hadden. Vanuit de goot keken mensen naar dikdoenerij op het trottoir.”
  4. ,,Als je wil verdwalen moet je iedereen om hulp vragen.” Wat je in de plaats zou kunnen doen? God om hulp vragen en iemand die echt belangrijk voor je is.
  5. De positieve geloofsbril. ,,Als iemand negatief deed zag ik dat als een schouderklopje van Hogerhand om vooral vol te houden. Kritiek maakte mij sterker. Mijn motto was: als je een point of no return voorbij bent en je komt een berg tegen waar je niet omheen of overheen kunt maak er dan een goudmijn van.” Deze opsteker is te mooi om te vergeten.

Meer te weten komen over het boek? Klik dan op deze link.

Beeld: Mari-Lynn Veldhuisen // Tekst Hanna Kater

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *