
EEN OOGJE IN HET ONDERWIJS
Daar zit ik dan. Ik kijk voor me, ogen. Kijk naar rechts, ogen. Naar links dan? Ogen. Help! Overal ogen. Je zou wel denken; waar zit zij nu weer? Ja, in de klas. Een klas vol met lieve kinderen. In de klas moet je overal ogen hebben. Het liefst op elk plekje. Stiekem moet ik er erg om lachen, wat een idee; overal ogen. Je hele hoofd ermee vol. Glimlachend kijk ik de klas rond. ‘Juf, komt u mee spelen?’ Ik schrik op uit mijn gedachten en kijkt naar een stel bruine ogen. ‘Tuurlijk! Ik kom eraan! Ik loop direct met je mee. ‘
De ogen van het meisje schitteren! Heerlijk om dat te zien. ‘Kijk juf, dit is mijn huis. Ik ben moeder, hij is vader, en dit is de baby.’ Ze wijst trots naar de pop die voor haar ligt. ‘Oh, wat een lieve baby! Hoe heet ze?’ vraag ik aan haar. ‘Sophie,’ antwoordt ze trots. Wat een mooie naam! ‘Wilt u wat eten? We hebben net frietjes gemaakt.’ ‘Dat lijkt me lekker! Ik kom net uit mijn werk, en lust wel een bord frietjes!’ Mijn gedachten zweven even weg, hoe heerlijk zou dat zijn; een bord met frietjes voor je neus, nou ja; echte frietjes dan. ‘Alstublieft juf, hier uw frietjes.’ ‘Wat heerlijk, dankjewel!’ Net wil ik er is even lekker voor gaan zitten of een stel blauwe ogen kijkt me aan. ‘Juf, komt u eens kijken wat wij hebben gemaakt in de bouwhoek?’ ‘Natuurlijk! Ik kom eens kijken!’ Snel ‘eet’ ik de lego blokjes op, een vriendelijk bedankje en ik stap weer op.
‘Wat een gaaf bouwwerk, jongens!’ roep ik uit. De jongens glimmen vol trots. Ik kijk naar de ogen, wat heerlijk als je zo zelfverzekerd mag zijn over iets wat je hebt gemaakt!
Dan opeens hoor ik een stem roepen: ‘Juf, ik heb naast de wc geplast.’ Ook dat nog, denk ik. ‘Geef niks, kan gebeuren, de juf komt eraan.’ En vol goede moed loop ik naar het keukentje in de klas, pak een emmer met water en een doek. De schoonmaakdienst komt eraan. Wanneer ik net klaar ben, en de wc uitkom kijkt een stel ogen me aan, ik zie blauwe, bruine, groene, grijze. Ze zitten al netjes in de kring. Klaar om de dag te besluiten. Snel ruim ik de spullen op, en loop naar mijn stoel. ‘Wat hebben jullie vandaag goed je best gedaan! Ik ben trots op jullie.’ En nu ben ik aan de beurt om mijn ogen te laten glimmen van trots!
Beeld en tekst door Mari-Lynn Veldhuisen

