Schrijfsels

PAPIEREN PARADIJS

Twee jaar geleden schaarde ik romans onder ‘vakantieboeken’, die niet veel meer dan ontspanning bieden. Dat tegendeel waar is, bewijst het boek Papieren Paradijs weer eens. Het verhaal waarmee de auteur Marlies Medema me meenam naar de negentiende eeuw, danste regelmatig door mijn hoofd.

Voor ik je meer vertel over het indrukwekkende verhaal, wil ik je eerst kort iets vertellen over Marlies Medema, de auteur van het boek. Naast haar werk als eindredacteur bij Eva is dit haar debuutroman, waarvoor ze samen met haar man in historische bronnen dook rondom het leven van Anna Sophia, domineesvrouw van Arend van den Brandhof. Naast dat het verhaal waargebeurd is, heeft Marlies het verhaal zo ingekleurd dat je als lezer niet anders kan dan meegezogen worden in het leven van Anna. Ook schrijft ze op een humoristische wijze, zoals de keer dat de hoofdpersoon Anna een catechisatieles volgde. ,,Ik schrik op van de vormelijke stem van de dominee. Zijn rond, kale schedel glimt bijna net zoals de avondmaalsbekers die al in een rijtje staan opgesteld voor aankomende zondag. Ik probeer te bedenken waarom zijn vrouw verliefd op hem is geworden, maar kan niets verzinnen.”

 Wat maakt nu dat het verhaal van de vrouw met de meisjesnaam Anna Sophia Pannekoek voer is voor een dikke roman? Hoewel ze uit een rijke familie kwam en met een dominee trouwde waarmee ze naar Suriname trok, maakt dit haar leven niet enkel uniek. De manier waarop ze in het leven stond, onderscheidt deze vrouw. Haar man omschreef dat als de ‘stekels die ze op kon zetten’. Naast haar houding die mij als lezer fascineerde, wil ik een paar thema’s met je delen die in het boek naar voren komen.

Gebroken wil

Het huwelijk van Anna en haar man Arend begon niet vol rozengeur en maneschijn. Haar ouders vonden Arend een goede partij, maar daar dacht hun dochter heel anders over. Toch besluit ze met hem te trouwen en hem te volgen. En dat gaat niet zonder slag of stoot. ,,Misselijk van angst grijp ik naar mijn zwangere buik. Nooit, nooit ga jij naar Suriname, beloof ik. Een traan glijdt van mijn ooghoek naar mijn oor. En nog een. Druppels van angst, woede en verzet. Op mijn nachtkastje ligt de Statenvertaling, als een rechtlijnig wetboek dat me dwingt mijn echtgenoot te volgen, waarheen hij ook gaat. Ik knijp mijn ogen stijf dicht. Ik kan niet mee. Ik wil niet mee. Was ik maar nooit met Arend getrouwd.”

Vrijheid

Er zijn weinig mensen echt vrij in het verhaal dat we lezen. Ze worden geteisterd door armoede, verwachtingen van anderen of door slavernij. Als het gezin in Suriname arriveert, werkt er onder andere een vrouw, Mara, voor het gezin. Ze is geen vrij mens en dat vindt Anna pijnlijk.   

Verlies

In het boek verliest Anna veel dierbare familieleden en geliefden. Hierover voelt de boosheid, onmacht en zelfs schuldgevoel. ,,Bijna dagelijks sleep ik mezelf de heuvel op, naar het kerkhof, om de verstikkende deken van verdriet in huis te ontvluchten. Daar, op mijn knieën in het koude gras, huil ik. (…) Gefrustreerd ruk ik grassprieten uit de grond en strooi ze lukraak rond, alsof het lostrekken van nog meer aards leven de Schepper op andere gedachten kan brengen.”

Kiezen tussen hart en hoofd

Wat duidelijk naar voren komt in het boek, is de verstoorde verhouding die Anna heeft met haar man Arend. Wat bij de trouwdag begint als een keuze vol twijfel, woekert haar hele leven verder. ,,Bij elke speld die in mijn haren wordt geprikt, probeer ik een argument te bedenken waarom ik vandaag een verstandige keuze maak. Liefde kan groeien Anna. Je hebt de relatie met je ouders intact gehouden, Anna. Je hebt je verantwoordelijkheid genomen en je kinderen zullen geen gebrek kennen, Anna.” Waar de jonge vrouw koos met haar verstand, bleek haar hart hier niet mee in te stemmen.

 Ben je benieuwd naar het boek? Neem dan hier een kijkje.

BEELD JACOBIEN FOTOGRAFIE // TEKST HANNA KATER

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *