
TIJD ALS LAST OF GESCHENK?
De dagen rijgen zich aaneen. Dagen met lijstjes, wasknijpers en boodschappentassen. Verkapte zegeningen die ik soms niet opmerk. Alweer denkend aan het volgende, bezig met het indelen van de tijd die vliegt. Of ben ik het, die vliegt?
In het boek Onrustig is ons hart schrijft Niek Tramper over onrust. Op de Wittenberg, waar Tramper werkzaam is, lijkt een oase van rust te heersen. Dat haalt niet weg dat de predikant ook de nodige onrust in zijn leven herkent. ,,Met alle winst aan tijdsbesparing ben ik misschien iets essentieels kwijtgeraakt: de rust, het beleven van de tijd als ruimte en niet als beperking.’’
Op zoek naar rusteloosheid
Waarom is het voor ons zo moeilijk om tijd als geschenk te ervaren? Volgens de auteur zijn daar diverse redenen voor. Zo zoeken we rusteloosheid. Hierbij noemt hij Augustinus. De kerkvader schreef dat hij werd ingehaald door genade. Hij was het niet die vond, maar God zocht Hem. Hierover schrijft hij: ‘U was met mij, maar ik was niet met U. En wat mij ver van U hield zou niet bestaan hebben, als het niet in U bestond.’ Volgens de Vlaamse filosoof Ignaas Devisch worden mensen onrustig als ze rust gevonden hebben. ‘Ze gaan weer op zoek, bang als ze zijn voor verveling en een leven zonder betekenis.’ Rusteloosheid kan voortkomen uit enthousiasme, verantwoordelijkheidsgevoel of het verlangen om jezelf te ontplooien. Soms zijn er ook onzuivere motieven in het spel, zoals geldingsdrang of het verlangen om in beeld te zijn. Henri Nouwen schrijft: ‘Het ongeduldig verlangen om iets groots tot stand te brengen, en de verveling die we voelen als de dingen niet gaan zoals we willen, zijn het bewijs dat we niet meer weten, dat leven alleen tot groei en voltooiing komt door behoedzaam wachten, en vaak ook door lijden.’ Dit doet me denken aan Job, die op de puinhopen zat en schijnbaar alles kwijtgeraakt was. De woorden van Matthew Henry n.a.v. Job 5 zijn treffend: ‘Welk verdriet ons ook treft, we moeten erkennen dat God het ons zendt en dat wij het onszelven berokkenen. We moeten geduldig, berouwvol en boetvaardig zijn als we worden beproefd.’
Verslindende tijd
Volgens Niek Tramper is het geen geheim dat de Noord-Europese samenleving zich vooral laat leiden door de chronos-tijd: tijd die opgaat aan maximale productie en optimale consumptie, waarin de belangrijkste drijfveer groei is.
Hoe we omgaan met de tijd, wordt ook bepaald door hoe we tijd zien. Hierover schrijft Henri Nouwen in zijn boek Bevrijd je verdriet. ‘Doorgaans beschouwen we ‘’tijd’’ als een chronologische opeenvolging van gebeurtenissen en toevalligheden, die onderling geen verband hebben. Daardoor kunnen we denken dat we de tijd, of dat wat we te doen hebben, in beheer hebben. We kunnen ons evengoed het slachtoffer voelen van onze agenda. Want ‘’tijd’’ is in die benadering, alleen maar een last, het zijn minuten en uren en weken, en die onderdeeltjes van de tijd leggen beslag op ons en maken ons onvrij.’
In de Bijbel zien we naast chronos-tijd ook het woordje kairos. Dit drukt de heerlijke tijd uit, de tijd dat God spreekt en alles aan de kant gaat. Met kairos geef ik het moment aan waarop we beseffen: hier gaat het nu echt om, dit is het leven dat het waard is om altijd te leven. Henri Nouwen schrijft hierover: ‘… als we tijd als kairos zien, kunnen we geduldig geloven. Met dat geduldig geloof kunnen we alle dagelijkse gebeurtenissen, verwachte en onverwachte, duiden als dragers van een belofte…’
Rusten in U
In Prediker staat dat er voor alles een bestemde tijd is. En dat Hij alles op Zijn tijd mooi gemaakt heeft (Prediker 3). Hij, die alles weet van mijn rusteloosheid en najagen van de wind. Hij, die mijn struikelingen door de tijd ziet. Ik mag weten dat mijn tijden in Zijn hand zijn (Psalm 31). In het boek Nader bij U kwam ik een Puriteins gebed tegen waarboven staat: Rustig en kalm. ‘(…) Ik heb mijn anker uitgeworpen in de haven van vrede, wetend dat heden en toekomst veilig zijn in Uw doorboorde handen. (…) Ik onderwerp me aan Uw soevereiniteit, met alles wat ik ben en heb; doe met me zoals U wilt. U gaf me stilte in mijn hart in plaats van mopperen en klagen. Verhoed dat mijn wensen willen wordt, mijn willen kritiek op Uw voorzienige bestuur, en ontferm U over mij. Als ik zonde doe en opstandig ben, geef me dan bekering; neem daarna mijn rouwklacht weg en geef me muziek, ontbind mijn rouwgewaad en versier me met schoonheid; stop mijn zuchten en leg een loflied op mijn lippen; en wanneer U me hebt genezen en doet rusten in U, maak het dan zomer in mijn hart.’
Meer informatie over één van de hierboven genoemde boeken:
Bennett, A.(2021). Nader tot U. Uitgeverij de Banier.
Tramper, N. (2021). Onrustig is ons hart (1ste editie). Groen.

Beeld dankzij Lieke Verrips van natuurliek.nl

