
DE PRIJS VAN VRIJHEID
We spoelen terug naar de jaren ‘50, naar een groot doktersgezin. Eén van de dochters is Beatrijs, ‘zij die geluk brengt’. Volgens Beatrijs klinkt deze naam als een opdracht, een naam waarmee ze haar hele leven blij zal zijn. Het eerste gedeelte hiervan heeft ze opgetekend in het boek ‘Bloed. Een vrouwengeschiedenis.’
Al lezend door het boek word ik meegenomen naar het hectische gezinsleven van de familie Smulders, een wilde studententijd van Beatrijs en haar tijd in Amsterdam als verloskundige. Over haar jeugd schrijft Beatrijs: ,,Weglopen voelt altijd als een bevrijding.’’ Ze zit regelmatig bij een familie uit het dorp, daarnaast beschrijft ze het huis van de burgemeester en zijn vrouw als een ‘toevluchtsoord’. ,,Zij luisteren naar al mijn verhalen. Precies wat ik nodig heb. Het duurt meestal een eeuwigheid voordat ze thuis merken dat ik er niet ben. ‘Trijsje is altijd kwijt’, is de grote klacht van onze dienstmeisjes.’’ Naast vermijden leert Beatrijs ook vechten.
,,Als kind voel je instinctief en onbewust dat juist de aandacht en liefde van je moeder fundamenteel zijn om het in de werelde te kunnen redden.’’
,,Teleurstelling of luidruchtige verontwaardiging wordt in ons drukke gezin snel afgestraft met buitensluiting, afkeur of desinteresse. Ik leer al heel jong hoe ik voor mezelf moet opkomen. Dat wordt mij, met mijn pittige karakter niet in dank afgenomen. (…) Ik zet liever een keel op dan dat ik een slachtoffer ben.’’ Wanneer ze jeugdfoto’s terugkijkt, ziet Beatrijs een stoer meisje dat tegelijkertijd een beetje verloren is. ,,Nergens is er een foto te vinden van alleen mij met mijn moeder, terwijl ik eigenlijk ook graag bij haar wilde zitten. Als kind voel je instinctief en onbewust dat juist de aandacht en liefde van je moeder fundamenteel zijn om het in de wereld te kunnen redden.’’
Na een reis in Amerika is Beatrijs klaar voor het studentenleven. Een roerige tijd, wanneer de pil onder andere op de markt verschijnt. Ze omschrijft het als volgt: ,,Er is geen angst meer om aan één vent vast te zitten, omdat je toevallig ongewenst zwanger bent geworden.’’ Het doet me denken aan de woorden die ik eerder las in het boek dat Beatrijs schreef: ,,Weglopen voelt altijd als een bevrijding.’’ De pil ontneemt verantwoordelijkheden, geeft een schijnvrijheid van vrije seks. De tweede feministische golf, de secularisatie en de seksuele revolutie; Beatrijs maakt het allemaal van dichtbij mee. Haar woorden zijn scherp en soms platvloers om te lezen. Tegelijkertijd schrijft ze er niet alleen over, maar deelt ze haar ervaringen. Dit maakt haar boek pakkend en krachtig. Hierbij schuwt ze de keerzijde van de seksuele vrijheid niet. ,,Vele jaren later ben ik me gaan afvragen of onze beleving van seks niet met een ander doel diende. Waren seksuele relaties met jongens misschien een dekmantel om onze eigen, fundamentele onzekerheid vooral maar niet te hoeven voelen? Seks als een sluier om bestaansonzekerheid te maskeren? We wisten nog niet hoe we op eigen benen moesten staan, terwijl we dat zo dolgraag wilden. We waren toch feministes, onafhankelijk en vrij? Toch was het beangstigend om alleen te zijn. We hadden vluchtheuvels nodig (…) Allemaal tastten we in het duister. Verwarden lust met liefde. Seks was altijd en onmiddellijk voorhanden, maar het hielp nooit om een existentiële leegte op te vullen.’’
,,We hadden vluchtheuvels nodig (…) Allemaal tastten we in het duister. Verwarden lust met liefde. Seks was altijd en onmiddellijk voorhanden, maar het hielp nooit om een existentiële leegte op te vullen.’’
In het boek ‘En die twee zullen tot één vlees zijn’, schrijft ds. M. Klaassen: ,,Seksualiteit schreeuwt om exclusiviteit. Alleen dan kan het psychische aspect van seksualiteit zijn nut en functie hebben.’’ Wanneer ik het boek van Beatrijs lees, denk ik aan de verwoesting die vrijheid kan hebben. ,,We lieten over onze grenzen gaan en dachten dat het vrijheid was.’’ Dit geeft niet alleen psychische schade bij haar vriendinnen, maar ook lichamelijke kwalen. Verkleefde eierstokken, blaasontstekingen en geslachtsziekten steken de kop op. ,,Zijn dit nu de gevolgen van wat in honderdduizenden liedjes, romans en gedichten wordt bezongen?’’ Het doet me denken aan het voorbeeld van de kers en de taart waarover Klaassen schrijft. ,,Seksualiteit is de ‘kers’ op de taart van een gedeeld leven in liefde en trouw. Wie wel de kers wil, maar niet de taart, houdt weinig over. En zonder taart stelt de kers ook weinig voor.”
Naast de hierboven beschreven onderwerpen, beschrijft Beatrijs Smulder uitgebreid haar ervaringen als verloskundige. Hoewel het boek pakkend en gevarieerd is, is het taalgebruik hier en daar platvloers en grof. Hier is meer informatie te vinden over ‘Bloed. Een vrouwengeschiedenis.’
Foto door Tim Mossholder via Pexels

