
WAT WE KOESTEREN MOETEN
Wanneer Irene Mengele haar man bezoekt in Auschwitz, omschrijft ze het bezoek als ‘bijna idyllisch’. In het huis waar ze verblijft, wordt ze bediend. Overdag biedt de Sola-rivier de gelegenheid om een frisse duik te nemen. Soms ziet ze een trein arriveren. Ook ruikt ze een zoete lucht die ze niet thuis kan brengen. Maar wat er allemaal gebeurt in het kamp? Daar heeft ze geen idee van.
De man van Irene wordt de ‘Engels des Doods’ genoemd. Regelmatig wacht deze kamparts op de gevangenen, waarna ze geselecteerd worden. Lopend door de poort met het opschrift Arbeit macht frei ligt het lot van de gevangenen in de handen van de kampleiding. De SS-artsen hadden niet alleen de taak om gevangenen medisch te behandelen, ‘maar bovenal moesten ze uitvoering geven aan de massavernietiging’, zo schrijft Jens Otto Stensager in het boek Josef Mengele, Nazi-arts. Zijn leven en misdaden. Verder moesten artsen o.a. de toezicht houden op executies en op de uitvoering van medische experimenten. ‘Slechts met tegenzin voerden de SS-artsen echt een op genezing gerichte of preventieve medische behandeling uit, hoewel ze toch officieel de schijn op moesten houden dat ze een groot aantal verdedigbare medische taken uitvoerden.’
Medemenselijkheid
Volgens Stensager wordt vaak beweerd dat Mengele de arts van Auschwitz was, maar deze bewering weerlegt hij. In werkelijkheid was hij één van de vele medici van het kamp. Het boek schetst een gevarieerd beeld van Mengele. Zo herinnert een voormalige gevangene Mengele als een geliefd man. ‘Dr. Mengele was zeer geliefd bij ons, want hij deed iets speciaals voor de zigeuners. (…) Toen hij bij het zigeunerkamp kwam, werd de situatie merkbaar beter.’ Waar veel SS-artsen de situatie in het kamp slechts een paar maanden volhielden, was Mengele één van de weinigen die ruim anderhalf jaar in het kamp werkte. ‘Eén ding hadden ze (de SS-artsen) echter met elkaar en met de gevangenen gemeen, namelijk dat de rampzalige omstandigheden van hun dagelijkse werkelijkheid hen psychisch belastten en hun beoordelingsvermogen en hun mentale toestand beïnvloedden.’
Wanneer we spreken over de medische experimenten in het kamp, ontbreekt elke vorm van medemenselijkheid of respect. ‘De gevangenen waren domweg gereduceerd tot proefkonijnen die zo nodig konden worden vervangen of gewoon uit de weg geruimd als de proeven mislukten. Daar komt bij dat de wetenschappelijke waarde van de resultaten van de experimenten uitermate betwistbaar is, zeker gezien de manier waarop ze zijn uitgevoerd en de persoonlijke ambities die de misdaden overschaduwden.’ Mengele was geïnteresseerd in tweelingen. Dit leidde er soms toe dat de SS-bewakers tweelingen, vooral kinderen, bij de aankomst van een transport wel eens probeerden te verstoppen als Mengele zelf niet aanwezig was.
Nalatenschap
De oorlog was voorbij, maar niet afgelopen voor Mengele. Hij vlucht naar het buitenland, waar hij financieel onderhouden wordt door zijn familie. Zijn laatste schuilplaats bevindt zich in Brazilië. Zijn zoon Rolf zoekt zijn vader na tientallen jaren op. Hij beschrijft wat er door hem heen gaat als hij zijn vader ziet. ‘Het eerste wat ik ervoer, was een gevoel van vreemdheid. Maar toen zag ik hoe mijn vader trilde. Ik zag dat hij tranen in zijn ogen kreeg (…) De man die in 1977 voor me stond, was een schichtig schepsel.’ Nog meer is hij verrast over het gebrek aan inzicht over de wandaden die zijn vader verricht had. ‘Hij vertoonde geen enkel teken van berouw of schuldgevoel; alleen de angst voor gevangenneming had zich diep in hem vastgezet. In de visie van Josef Mengele was er geen rechtvaardigheid, alleen maar wraak.’ Na de dood van zijn vader, draagt Rolf nog altijd zijn nalatenschap met zich mee. ‘Hij leeft niet meer, maar wat hij mij heeft nagelaten en ik zal altijd vragen moeten beantwoorden over wat hij heeft gedaan en waarom hij het heeft gedaan. Hij is er niet meer, maar nu moet ik de last dragen.’
Welke nalatenschap heeft het tragische levensverhaal van deze man nu op ons? Volgens Stensager mogen we onszelf terecht afvragen of de medische wetenschap en haar ethische normen vandaag de dag onafhankelijker en helderder zijn of dat ze nog steeds min of meer worden beïnvloed door ideologische of zelfs religieuze principes. ‘Neem bijvoorbeeld scans van zwangere vrouwen om na te gaan of hun kinderen misschien misvormd zijn of aan een erfelijke ziekte lijden: dit is in veel opzichten een positieve ontwikkeling, maar tegelijkertijd ook verontrustend. Dit soort onderzoek confronteert ouders ontegenzeggelijk met heel principiële levenswaarden, zoals de relativiteit van het begrip wat een goed leven is. Is dat ook een leven dat tegemoetkomt aan de behoeften van de samenleving en niet in de laatste plaats ook aan de eigen verwachtingen en ambities van de ouders? Deze vorm van menselijke selectie plaatst de belangen van de samenleving en de biologische oorsprong onbewust boven de integriteit en de rechten van het ongeboren individu.’ De auteur pleit voor het nastreven van een evenwicht tussen het belang van de vrijheid van onderzoek en het respect voor het individu. Het boek sluit af met de zin: ‘De les die de geschiedenis van Josef Mengele ons ook nu nog kan leren, is dus dat de autonomie en integriteit van het individu, ongeacht geslacht, ras, handicap en religieuze of politieke overtuiging ook in de toekomst als verplichtend principe moet worden gekoesterd.’
Op deze plek is meer informatie te vinden over het boek Josef Mengele, Nazi-arts. Zijn leven en misdaden dat Jens Otto Stensager schreef.

