
MIJ ZAL NIETS ONTBREKEN
Als ik je vraag naar een onvervuld verlangen in je leven, wat is dan je antwoord? Volgens Herman Paul is het hart ‘een arena vol verlangens’. Een verlangen reikt naar dat wat nog ontbreekt. In Psalm 23 klinkt een tegengeluid én antwoord op onze verlangens.
Deze troostpsalm is geschreven door David. Volgens de Nederlandse vertalers stelt David ‘als in een spiegel in eigen persoon zich voor ogen de gelukzaligheid van een oprecht kind van God, zowel in lichamelijk als in geestelijk opzicht, onder het lieflijk beleid en de herderlijke zorg van zijn genadige God, in de opperste Herder van de ziel, onze Heere Jezus Christus.’ Het begin van de Psalm vormt het fundament. ‘De HEERE is mijn Herder (HSV).’ In het Latijns wordt dit vertaald als ‘Dominus regit me’ (de Heere regeert mij). Als ik denk aan het afgelopen jaar, de momenten waarop God droeg en mijn zonden verdroeg, klinkt dit vers in mijn hart als een teken van trouw. ‘Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. (Psalm 103:10)’ Joannes Beukelman schrijft: ‘Zoals een herder een wakend oog heeft over zijn schapen, heeft de Zaligmaker een wakend oog over Zijn gelovigen.’
Wanneer ik naar mijn werk fiets, kom ik de mooiste vergezichten tegen. De vlakke weilanden verbergen niets. De schapen die ik passeer, vertolken de troost uit Psalm 23. Soms kan ik niet zover kijken als ik wil, omdat de nevel over de weilanden dwaalt. Toen ik dat onlangs bekeek, moest ik denken aan 1 Korinthe 13 vers 12: ‘Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben. (HSV)’ Hier op aarde blijven we gebrekkig in kennis, geestelijk licht, geloof, heiligmaking, liefde, hoop en lijdzaamheid. Toch ontbreekt het aan niets als Hij onze Herder is. Zijn dat geen grote woorden, die in de praktijk soms anders lijken te zijn? Kijk eens naar het leven van David, naar de klaagpsalmen die hij schreef. Hij was wel een koning, maar zijn leven bestond niet alleen uit pracht en praal. David zingt over de HEERE, die zijn Herder is. Dat is de grond van zijn vertrouwen. ‘David weet zeer goed dat de HEERE zijn herder is. Hij twijfelt niet of de HEERE is als herder gewillig zijn gebrek te vervullen. Daarom zegt hij met de zekerheid van het geloof: Mij zal niets ontbreken.’
Een nieuw jaar ligt voor ons. Waarschijnlijk geen jaar met alleen goede dagen, maar ook een jaar vol onvervulde verlangens. Toch mag dit nieuwe jaar beginnen met troost, met hoop. ‘Een gelovige zegt niet in de tegenwoordige tijd: mij ontbreekt niets, maar in de toekomende tijd: mij zal niets ontbreken. Hij mag voor een tijd wat gebrek hebben, maar dat is niet voor altijd.’ Als Herder wil Hij en als Heere kan Hij al het gebrek in ons leven vervullen. Als Hij het Fundament is in je leven, zal je niets ontbreken. Niet voor nu, niet voor morgen en niet voor de eeuwigheid.
Beeld dankzij Maaike Fortuijn – van der Lee. Op deze plek zie je meer van haar creaties.
Dit artikel is geschreven nadat ik het boek ‘Mij zal niets ontbreken’ van Joannes Beukelman las. De citaten in dit artikel zijn (m.u.v. het eerste citaat) verleend aan dit boek. Meer informatie kan je hier vinden.


