
‘SCHRIJVEN MOET GEWOON GEBEUREN’
Ze had nooit gedacht dat ze een boek zou uitgeven, maar toch staat haar debuut in de boekenkast. Arianne Boer (19) is aanstaand juf, speelt gitaar en woont in een dorpje in Zuid-Holland. Ze is zowel een koffie- als een theeleut. Zo pakt ze het liefst een warme kop thee wanneer ze in haar vrije tijd aan het schrijven slaat.
Wanneer begon je passie voor schrijven?
‘Ik kan me geen moment bedenken dat het niet zo was. Als we op de basisschool een vrije opdracht kregen, leefde ik me helemaal uit. Het is nooit mijn idee geweest om schrijfster te worden, het bleef een hobby. Wanneer ik een muziekje aan deed en er voor ging zitten, leek het schrijven vanzelf te gaan. Schrijven moet gewoon gebeuren.’
Welke boeken lees je zelf graag?
‘Christelijke misdaadromans zijn mijn favoriet, zoals de boeken van Dee Henderson en Terri Blackstock. Daarnaast vind ik boeken waarbij het psychologische vlak naar voren komt ook razend interessant. Hier heb ik ook aandacht voor gehad bij het schrijven van mijn boek, waarbij traumaverwerking een centraal thema is.’
Inmiddels is je debuut ‘Alles was zwart’ uitgekomen. Kan iets vertellen over het schrijfproces?
‘Toen ik op de middelbare school zat, ben ik begonnen met het schrijven van dit boek. Uiteindelijk is het vier jaar later uitgekomen. Ik ben er niet constant mee bezig geweest; het is en blijft een hobby. Gedurende de afronding van het boek had ik wel even een gek gevoel; iets waar je lang aan werkt is eindelijk af. Het voelde alsof ik afscheid nam van personen die ik vanbinnen helemaal kende. Daarna ben ik op zoek gegaan naar een uitgever, waarbij ik besloten heb om het boek in eigen beheer uit te geven. Het boek is bestemd voor tieners, maar ook ouderen lezen het boek in één ruk uit. Zo kon mijn oma het boek niet meer wegleggen en had ze in plaats van in een paar weken, in slechts één dag het boek ‘Alles was zwart’ uit). Inmiddels ben ik bezig aan een tweede deel, waarbij ik me meer richt op jonge moeders Dit is wel even buiten mijn comfort zone, maar door (mijn omgeving te observeren) naar mensen te kijken en me in te leven, hoop ik aansluiting te vinden.’

‘Al lijkt het of je leven de verkeerde kant op gaat, Hij doet het goed.’
Thema’s als pleegzorg en trauma komen in het boek aan de orde. Hoe ben je tot deze keuze gekomen?
‘Achteraf is het best een heftig verhaal geworden. Het is ontstaan vanuit mijn ergste nachtmerrie. De hoofdpersoon heeft te maken met de gevolgen van een brand in haar leven. Dat is iets wat gewoon gebeurt; je hebt er geen grip op.’
In het boek komt het thema ‘zorgen maken’ aan de orde. Zo schrijf je: ‘Wanneer je je zorgen maakt ben je als een schommelstoel. Je maakt je enorm druk, maar je komt nergens.’
‘De hoofdpersoon moet verder, maar het lijkt haar niet te lukken. Wanneer je een dierbare verliest of er andere heftige dingen gebeuren in het leven, is het heel belangrijk om je vertrouwen op God te stellen. Hoewel ik zelf gelukkig kan zeggen dat ik geen heftige dingen meegemaakt heb in mijn leven, kan ik wel zeggen dat het als tiener soms lastig was om keuzes te maken. Dan is het belangrijk om te bedenken dat God erboven staat.’
In je dankwoord schrijf je over de hoop die je hebt met dit boek; dat het voor lezers een middel mag zijn om Hem te leren kennen.
‘De hoofdpersoon begon vanuit een situatie waarin ze het geloof had afgedaan. Ik vond het belangrijk om te laten merken dat je overhoop kunt liggen met God, maar dat je ook weer terug kunt komen. Al lijkt het of je leven de verkeerde kant op gaat, Hij doet het goed.’

