
‘VERDRIET IS EEN DING MET STEKELS’
Een chemotherapie van tien sessies, elke veertien dagen. In zijn boek Vertroostingen beschrijft Belgische psychiater-psychotherapeut Dirk de Wachter de ‘tristesse’ van die dagen, die hem bijgebleven is. Waarin zoeken we onze behoefte aan troost?
Hij wordt ook wel ‘de verdrietdokter’ genoemd. Tijdens zijn ziek-zijn besefte de Wachter des te meer wat het belang is van ‘gezien worden door de ander’. ‘De geneeskunde staat ver en is hoogtechnologisch geworden. Maar laat niemand vergeten dat het er-zijn, van mens tot mens, zomaar aan dat ziekbed, ook belangrijk is.’ Een grote inspiratiebron voor de auteur is filosoof Levinas, die beschrijft dat we troost vinden in de vriendelijkheid van de ander.
Terwijl ik het boek lees, lijkt het alsof ik soms gaten zie op de bladzijden. Lege ruimtes die erom vragen om gevuld te worden met de troost die alle vormen van troost hier op aarde te boven gaat. Troost in een wereld die zoekt naar vervulling van het gat in ons hart. De Bijbel laat duidelijke voorbeelden zien van mensen die elkaar troost geven, zoals in Genesis 24 bijvoorbeeld. Rebekka is haar man Izak tot troost als zijn vader overleden is. Of wat dacht je van alle mensen die Martha, Maria en Lazarus opzoeken wanneer Jezus overleden is (Johannes 11)? Wat een zegen als God mensen op ons levenspad geeft die troost kunnen bieden. Of de klanken van een lied die voelen als balsem voor een geknakt hart. Of de nieuwe dag die ontluikt, vol beloften. Toch hebben al deze vormen van troost een gemeenschappelijke deler. Ze zijn vergankelijk. Hierover schrijft Dietrich Bonhoeffer: ‘Men kan troost op verschillende manieren en in verschillende plaatsen zoeken: in de eenzaamheid, in de natuur, in het werk, in de gezelligheid. We kunnen daar troost zoeken. Maar troost vinden kunnen we alleen bij God.’ Hij geeft vrede die de wereld niet geven kan (Johannes 14 vers 27). Zijn troost is van oneindige waarde, de troost die Hij geeft blinkt van genade.
Wanneer we overvallen worden door verdriet, lijkt troost soms onmogelijk. Volgens de Wachter hebben therapeuten de neiging om het verdriet weg te nemen, wat niet de juiste manier is. ‘Weggooien van dat pakket zet een boemerang in werking. Ooit komt dat verdriet terug, in je gezicht en het zal je nog meer verwonden. Hoe sneller en harder je het wegsmijt, hoe harder het terugkomt. Van rouwverwerking is anders geen sprake.’ Volgens de Wachter moet ‘dat verdriet met stekels’ behouden worden, op zo’n manier dat je het onder je arm kunt dragen. ‘Dat verdriet bestaat vanwege die grote liefde. Maar het mag alleen niet meer zo verwonden. De therapeut moet het verdriet niet wegnemen, hij moet het een plaats geven.’ Toen ik hierover een gesprek had met Aart, schreef hij eronder: ‘De prikkel blijft. Die doet je verlangen naar een betere wereld; zonder rouw, tranen en prikkels. Die wereld komt. We kunnen niet ‘tevreden’ zijn met deze gebroken wereld.’ Troost in de woorden van Jezus, die Hij spreekt in de Bergrede: ‘Zalig zijn zij die treuren, want zijn zullen vertroost worden (Mattheüs 5 vers 4).’
Meer over het boek kan je hier vinden.


