Schrijfsels

ZO GEWOON EN ZO BIJZONDER

Het is nog helemaal niet zo lang geleden dat het fornuis moest worden opgepookt om warm te blijven. Dat er voor het eerst een radio in huis kwam. Dat de wasmachine en de stofzuiger in opkomst waren. Inmiddels zijn deze huishoudelijke apparaten niet meer weg te denken. Alles werd anders na de oorlog en na de watersnoodramp. Boeren die geen boer meer konden zijn, ook toen al. Wat een herkenning anno heden. Hoe het was in de tijd voor de toegenomen welvaart, zo gewoon, zo alledaags. En tegelijkertijd zo bijzonder. Werd het leven door de opkomst van de moderne gemakken daadwerkelijk makkelijker? Of zijn we het gewone, het alledaagse verloren?

Wederopbouw

Gerda van Wageningen schreef het boek Sara’s dochter, het derde deel van de Biezen&Riet-trilogie. Een deel dat goed te lezen is los van de eerste twee delen. Gerda van Wageningen schreef ook de Bakker- en Vuurtoren-trilogie. Ze schrijft al meer dan 40 jaar en het boek Sara’s dochter is haar 134e boek. De schrijfster groeit op in de naoorlogse jaren. Ook dit boek speelt zich af in deze jaren van wederopbouw, in 1953. Susette van Zoelen, Sara’s dochter, gaat terug naar het geboortedorp van haar moeder om haar familiewortels te ontdekken. De ondertitel van het boek geeft aan dat haar moeder een flamboyante verschijning was. De mensen in het dorp bekijken de komst van Susette met argwaan. Het is een roman waarbij je aanvoelt dat het ‘goed’ afloopt. Susette komt voor enkele dagen op bezoek in het dorp Puttershoek. Ze heeft echter haar baan als schooljuffrouw in Rotterdam opgezegd. In het dorp is er nood aan de man omdat de hoofdmeester ziek is. De burgemeester vraagt Susette of zij wil invallen op de dorpsschool. Ook de dominee en de gemeentesecretaris zijn bij de benoeming betrokken, wat nu niet meer voor te stellen is. Doordat Susette de dochter van Sara is, ontstaat er twijfel of Susette wel benoemd moet worden. Zo wordt er al een mening over Susette gevormd, voordat ze haar kennen. Zo wordt een mening over haar gevormd om wat haar moeder deed. Doordat Susette schooljuffrouw wordt en in het dorp komt wonen, leren de mensen haar kennen. Argwanende blikken blijven. Toch verandert de mening van de familie en collega’s waarmee Susette veel omgaat. Ze leren haar kennen en ontdekken wie Susette is.

Dampende paarden in een winters polderlandschap

Susette maakt kennis met Hendrik. Hendrik is de schoonzoon van tante Sija, de zus van Sara. Susette’s nicht Gonda is drie jaar geleden verongelukt. Hendrik is als biezenboer volop betrokken bij de herstelwerkzaamheden aan de dijken na de watersnoodramp. Hij pacht een aantal biesvelden en riet- en wilgengorzen, net zoals zijn vader en grootvader dat deden. Hij weet dat biezen in de toekomst niet meer zo nodig zullen zijn door de opkomst van nieuwe en goedkopere kunststoffen. Hij zal geen boer blijven, maar iets moeten vinden waarmee hij de kost kan verdienen. Susette heeft niet door dat Hendrik haar meer dan leuk gaat vinden. Susette vindt de nieuwe schoolmeester, Jelle van der Horst, erg leuk. Ze weet dat het niets uithaalt, omdat de meester al trouwplannen heeft. Hendrik en Susette komen toch bij elkaar, doordat Hendrik de stoute schoenen aantrekt en Susette mee uit vraagt. Susette weet nog steeds niet of ze verliefd is op Hendrik, alleen dit vertelt ze niet aan hem. Zo lijkt het alsof het haar overkomt. Door het boek herleven vroeger tijden, die idyllisch aan doen. Hendrik moet dan wel zijn grienden en gorzen verkopen, maar er komen twee paarden op de boerderij. ‘En,’ zei Hendrik soms, ‘er bestond niets mooiers dan een paar dampende paarden in een winters polderlandschap.’ Zo gewoon, zo alledaags. En tegelijkertijd zo bijzonder.

Meer informatie over het boek vind je hier: https://www.zomerenkeuning.nl/boek/saras-dochter/

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *